Na een voorspoedige heenreis arriveren Bart, Geert en ik bij
hotel Bella Vista te Cobh, Ierland. Geert en ik zijn echte fervente vissers en dan
nog het liefste op het zoute water. Bart vist minder vaak, maar is altijd wel
in voor een avontuur, heeft die even geluk dat hij deze week heeft uitgekozen,
want werkelijk alles heeft mee gezeten deze visvakantie! Deze reis stond in het
teken van drie vissoorten die we nog nooit gevangen hadden: blauwe haai, conger
en rog. Mochten we het geluk hebben deze te vangen zien we wel weer verder.
We worden hartelijk verwelkomd door Trevor Keogh, onze
visgids. Hij zal ons de eerste dag uitleg geven over de stekken, boot en de vissoorten
die we kunnen verwachten. Ook neemt hij ons een dag mee op haaienavontuur.
Aangezien we deze visserij nog nooit gedaan hebben en haaivissen niet
ongevaarlijk is lijkt het ons verstandig iemand met ervaring mee te nemen. De
dagen daarna trekken we er zonder visgids op uit. Trevor wil al meteen gaan
vissen, maar na de lange reis besloten we eerst een Iers ontbijt naar binnen te
werken, daarna zouden we gaan vissen. Op de vraag wat we mee moesten nemen deze
middag was het antwoord duidelijk: alles wat je bij je hebt….. in mijn
hengelkoker bevonden zich een stevige Imax uptide-boothengel, drie
zeebaarshengels in verschillende gewichtsklasse en een dropshot hengel, just
for fun!
Al het hengelmateriaal werd in de bus geladen en de koffers
naar de kamer gebracht. Na een ritje van tien minuten arriveerde we bij de
haven, waar onze boot klaar lag voor vertrek. Na het doornemen van de
apparatuur, veiligheid en wat stekken konden we eindelijk het water op. De
eerste stop was even verderop in de haven. Boven een talud werd de motor
stilgelegd, hier zouden we makreel kunnen verwachten. Makreel is de rode draad
door deze vakantie. Makreel dient als aas, zonder makreel ben je eigenlijk
nergens! Met het vangen van makreel begon iedere visdag. Gelukkig was dit altijd
zo gebeurd. Binnen het uur, maar meestal binnen een half uurtje had je genoeg
makrelen voor de rest van de dag, mocht je wat te kort komen kon je overal
verse vangen, geen probleem.
Na het vangen van de makrelen gingen we op soorten-jacht,
een vrij eenvoudige visserij. Aan de makrelen-veertjes werd een reepje makreel
gehangen en diverse vissen vergiste zich in ons aas. Best leuk.
Trevor viste met een flinke shad op kabeljauw en wist er een
stuk of drie te vangen tijdens de drift. De soorten liet ik even voor wat het
was en ook ik ging met een shad vissen. Niet op een loodkop, maar aan een
zijlijntje boven het lood. Op deze manier vangen we op de wrakken ook altijd
goed kabeljauw en wanneer je vast zit verlies je alleen het lood en niet je
shad en haak of de vis.
Na een “opwarmertje” van een paar uurtjes werd er koers
gezet richting het hotel. Morgen zouden we een lange dag gaan vissen, met als
doel blauwe haai en het liefst zo groot mogelijk. Afgelopen week was er niet
een enkele haai gevangen. Het zou dus een lastig verhaal kunnen worden, de tijd
dat ze naar warmere oorden trekken ziet er al aan te komen en wie weet zijn ze
al vertrokken. Toch wagen we een poging! Tijdens het drinken van een pilsje,
dat we dik verdiend hadden na een drukke dag, namen we met Trevor door wat we
nodig hadden om op haaien te vissen.
Bij de hengels ging het al mis, de dikke poken met dito
reels van het hotel zagen we echt niet zitten. Veel te zwaar, ik vis liever zo
licht mogelijk, ongeacht de vissoort. Toen we aan Trevor onze hengels lieten
zien, voor mij een uptide boothengel, vielen zijn ogen er bijna uit. Jesus,
you’re fucking nuts, klonk het door de bar, maar wij stonden erop om met eigen
materiaal te vissen. En deze hengel gebruik ik ook voor het vissen op meerval,
waarom dan niet op haai?! Zo gezegd zo gedaan, Trevor zorgden voor de
onderlijnen en de rubby dubby.
Na een stevig ontbijt, het halen van de lunch en het vangen
van de nodige aasvissen werd er koers gezet richting open zee. Een pittig ritje
van twee uurtjes. Aangekomen op de stek werden de stalen onderlijnen voorzien
van aas, een flapper gesneden uit een verse makreel. Lood was niet nodig, de
stalen onderlijn bracht het aas op een diepte van 5 meter, om het daar te
houden monteerden we een ballon als drijver. Op de goede manier gemonteerd lost
deze bij een aanbeet en heb je er geen last meer van tijdens de dril.
De hengels stonden uit, nu wachten op een eventuele aanbeet
en hopen op een leuke sport met onze lichte hengels. Om de tijd te doden had ik
vandaag een dropshot hengeltje mee aan boord genomen. Het spoor van de rubby
dubby trekt namelijk ook andere vissen
aan, vooral geep. Al voor ik het hengeltje gereed had meldde de eerste gepen
zich aan het oppervlak. Het duurde dan ook niet lang voor de eerste geep het
aas pakte. Een beste zo te voelen, wat een mooie sport op dit lichte materiaal.
Met een centimeter of 90 was het inderdaad een beste geep, zo groot heb ik ze
in de Noordzee nog nooit weten te vangen!
De tweede geep zette koers richting een van de haaien-montages
en leek alles in de knoop te zwemmen, maar zo ver kwam het gelukkig niet. Een
paar ratels van de molen zorgde voor een ongelofelijke spanning op de boot.
Langzaam verplaatste de ballon van Geert zich richting de boot. Eventjes stopte
hij, maar binnen een paar tellen gierde de slip het uit. Wat een
adrenaline-kick, mijn hart ging te keer als een gek bij het horen van de
gierende slip, dit was waar we voor gekomen waren, een grote blauwe haai! Het
hengeltje van Geert stond hoepeltje krom, maar net zo snel als de haai gekomen
was loste hij ook weer de haak. Wat een teleurstelling, zeker als je weet dat
je niet erg veel kansen gaat krijgen op een dag haaivissen. Door de hectiek
hadden we niet in de gaten dat een andere blauwe haai de zak met rubby dubby
compleet aan het verscheuren was, hij werd helemaal gek. Het was een erg mooi
gezicht, maar zonder rubby dubby kun je het haaivissen wel vergeten. En de
rubby dubby verdween toch echt in de bek van de haai en die zette koers
richting de diepte. Ik ken niet veel Engelse scheldwoorden, maar in een minuut
kwamen er aardig wat voorbij geloof ik. Geert was de oplettende vandaag en zag
de bevroren blok terug naar boven komen en kon hem oppikken met het net, hij
was de redder van de dag. Geert kreeg al snel een herkansing en nu ging wel
alles goed. Na een uitmuntend gevecht waarbij over en weer hard werd getrokken
aan hengel en lijn wist Geert een blauwe haai van om en nabij de twee meter te
vangen.
Op het moment dat alles weer klaar lag en het wachten weer
begonnen was arriveerde er een school dolfijnen. Rond de boot leek het wel een
dolfijnencircus, overal sprongen ze, we konden ze zelfs horen. Gelukkig lagen
de Go Pro’s al klaar om onderwaterbeelden te maken, het resultaat mocht er
zijn.
Ik mocht blij zijn dat ik voor de zekerheid mijn slip had
opengezet voor een eventuele aanbeet, want niemand lette er meer op de hengels
en uit het niets kreeg ik een ongelofelijk harde aanbeet. Na een stevige dril
wist ik een leuke blauwe haai te vangen van iets over de meter, nummer twee was
binnen.
Wederom kwam er een haai af op de rubby dubby, gelukkig zat
dat in het net en werd door Bart vastgehouden. Bart vermaakte zich kostelijk
met de haai! Een andere haai had een makreelflapper gevonden en toonde
interesse, af en toe een snukje en af en toe een ratel, na een minuutje of twee
begon hij het aas echt naar binnen te werken en voor ik het wist stond de
hengel op buigen en barsten. Het was de beurt van Bart, hij kreeg dus de
hengel. Tijdens dit zeer spannende gevecht met een nog grotere haai dan de
eerste werd ook de haai bij het lokaas verleid tot een aanbeet, we stonden dus
met twee kromme hengels. Gelukkig zwommen de haaien uit elkaar en konden we
ieder aan een kant van de boot drillen. Mijn vis was eerder bij de boot dan die
van Bart, die zouden we dus eerst aan boord tillen. Dat is makkelijker gezegd
dan gedaan met een vis van twee meter plus, maar uiteindelijk lag hij aan
boord. Aangezien met zijn tweeën op de foto mooier is dan alleen besloot Trevor
dat de haai van Bart ook nog aan boord moest, maar hoe voorkom je dat een vette
haai lastig en gevaarlijk wordt in de boot? Juist, er bovenop springen, goed
idee Trevor, maar ik moest het doen…… Geert zat veilig achter wat kisten, hij
filmde de hele tijd door. Zittend op een wilde haai probeerde ik met mijn
handen zo goed en zo kwaad mogelijk de haai in bedwang te houden zodat hij Bart
niet kon verwonden, die stond immers nog te drillen. Ook de haai van Bart moest
er nog bij en veel ruimte was er niet meer. Eerlijk gezegd had ik het er niet
mee, maar volgens Trevor kon het wel. Bart toonde zijn krachten en wipte de
haai aan boord en hield met de onderlijn zijn bek weg van mij, bedankt Bartje,
mijn hart bonkte behoorlijk….
Na het nemen van de foto’s werden ze beide zonder problemen
terug in hun element gezet, job done! Ondertussen was de rubby dubby ook op en
een meer dan geslaagde haaientrip werd afgesloten. Op de weg terug besloten we
nog even de congerstek te bevissen, helaas kwamen we niet verder dan een
verspeelde vis.
De volgende dag stond in het teken van vissoort nummer twee:
conger. Een stek met een rotsachtige bodem waar de grote palingen zich in de
spleten en kieren verschuilen werd het strijdtoneel van vandaag. Binnen een uur
arriveerde we met genoeg aasvissen op de beoogde stek. Trevor had de dag ervoor
al voorgedaan hoe we het moesten aanpakken. Ook nu werd er gekozen voor een makreelflapper,
maar dan van de kleinste makrelen die we bij ons hadden.
Geert was de eerste
die een aanbeet kreeg, maar dat wil bij een conger zeker niet zeggen dat je hem
vangt. Net als een gewone paling zijn ze erg voorzichtig en laten het aas weer
los als ze de boel niet vertrouwen. Je moet ze ook minuten lang laten door
bijten alvorens aan te slaan. Dat bleek voor ons nog erg moeilijk, want twee
uur later hadden we alleen nog maar een aantal beten misgeslaan en een vis in
de stenen verspeeld.
De oplossing bleek simpel: gewoon met een royale bocht in je
lijn vissen. Wanneer het lood de bodem raakt geef je nog tien meter lijn en dan
pas sluit je de beugel. Het zelfde als bij het uptide vissen op platvis
eigenlijk. Nu kan een conger het aas pakken en er zo lang mee spelen als hij
wilt en voelt hij weinig weerstand. Het enige wat hij nu doet is de bocht uit
de lijn trekken. Heb je het idee dat hij hangt dat draai je de lijn strak en
geeft je een flinke ruk. Deze techniek is alleen te gebruiken bij een volledig
schuivend systeem. De gids gebruikte een semi vast systeem, dat hebben we snel
veranderd natuurlijk. Nu sloegen we beduidend vaker raak. Helaas doken ze nog
regelmatig terug in hun holletjes en trokken we geregeld een lijn kapot. Door
dan de lijn met een handschoen aan vast te pakken en de druk geleidelijk op te
bouwen moesten de grote alen wel mee geven en in eens hadden we het gevonden,
de ene na de andere conger wisten we te landen.
De zoveelste aanslag voor mij leek ik weer behoorlijk vast
te zitten, maar niets was minder waard, deze conger was beduidend groter dan de
rest. Een stevige dril volgde. Eenmaal naast de boot zagen we dat de enorme
conger maar nipt in de lip gehaakt zat. Tijd voor het schepnet. Zoals zijn
zoetwater neefje wist ook deze zich vakkundig uit het net te manoeuvreren, maar
na een paar pogingen lag hij op het dek. Met zijn 160cm een hele beste!
De rest van de dag ging het maar door, we hadden een echte
hotspot te pakken. Zoals altijd met vissen ging ook deze dag weer veel te snel
voorbij en waren we gedwongen terug te varen, maar ook deze missie was
geslaagd, job done!
Dag vier stond in het teken van roggen. We konden kiezen uit
blonde rog of doornrugrog. De laatste was iets makkelijker te vangen dan de
blonde rog. Aangezien we geen van alle ooit een rog hadden gevangen besloten we
eerst maar de gemakkelijke weg te bevaren.
Het enige verschil met de conger was de bodem waar we op
moesten vissen, geen rotsen, maar zand. Gewapend met een emmertje makreel
kwamen we aan op de beoogde zandplaat. Na wat te hebben rond gevaren besloten
we het anker op 12 meter diepte te leggen. Als aas werd nu niet gekozen voor
een flapper, maar een hele filet. Deze sneden we in drie of vier strippen die
we vervolgens met bindelastiek aan elkaar bonden. De elastiek draaiden we tot
een derde van de bovenkant over de stripjes om zo toch nog een soort van
flapper te behouden, dan valt het wat meer op in de stroming. We kregen
aanbeten zat, maar niet van roggen.
Af en toe kwam er een super sized makreel
of wijting naar boven, maar nog geen rog. Tot Geert een aparte aanbeet kreeg.
Wat tikken op de top waar niet op geslagen kon worden verraadde al snel dat het
een rog moest zijn. Zeker toen hij na een minuutje daadwerkelijk lijn van de
molen trok. Net als bij alle andere soorten was het weer Geert die de eerste
rog mocht vangen, wat een feest! Na wat foto’s kon hij weer vrij zwemmen.
Daarna was Bart aan de beurt, ook een beste rog voor Bart.
Na een uurtje vissen wist ik eindelijk mijn derde doel te behalen. Met een
mooie rog voor de camera kon een glimlach niet uitblijven.
Nu mijn doelen behaald waren gaf ik de brui aan mijn uptide
hengel. Een speedmaster seabass van Shimano nam zijn plaats in. De dikke nylon
werd verwisseld voor 12/00 dyneema en een haakje maat één aan 35/00 fluorcarbon
moest de rest van de vakantie het werk opknappen. Het aas bleef hetzelfde, maar
dan wat kleiner. Dit alles werd met 70 gram lood naar de bodem gedirigeerd, nu
kon het feest echt beginnen. Niet alleen gezien het feit dat ik met de lichte
visserij helemaal in mijn element ben, maar ook dat alles wat nu nog gevangen
zou worden bonus zou zijn. En we hebben nog ruim anderhalve dag!
De lichte visserij wierp meteen zijn vruchten af, de eerste
rog lag, na een super dril, al snel te spartellen op het dek. De tweede, derde
en vierde rog volgden binnen een uurtje. Het mooiste moest nog komen, want toen
de stroming er een beetje in kwam ging het helemaal los! Nu volgden er niet
alleen roggen, maar ook hondshaaien(doggy’s), wijtingen waar je u tegen zegt,
ponen met grote blauwe vinnen, wijtingen, makrelen, lipvissen en als klap op de
vuurpijl een erg mooie tarbot, weer een soort die ik kan wegvinken! Niet alleen
mooie vissen, maar ook de gehele middag door. Bart en Geert vingen meer roggen
dan ik, maar de lichte visserij was prachtig.
Aan het einde van de middag besloten we nog even op conger
te gaan vissen. Het zou leuk zijn als we nog een flink exemplaar zouden kunnen
verleiden tot een aanbeet. Aangekomen op de stek besloot ik door te vissen met
mijn zeebaarshengel, een grote gok, want als ze in de stenen zouden kruipen kon
ik het wel schudden. Voor de zekerheid werd er wel een grotere haak en een
stevigere onderlijn gemonteerd. Bart was de gelukkige, hij wist binnen tien
minuten een conger te haken en met ruim 150cm was het exact waar we voor
gekomen waren, nog een grote conger.
Trillingen op de top gaven aan dat ik stand by moest staan.
Ik mocht geen ruimte geven en eigenlijk hoopte ik ook op een niet te grote
conger. Met de aanslag voelde ik de vis al gelijk zwemmen, dan weet je dat je
alles moet geven om hem niet de stenen te laten bereiken. Of het zo moest zijn
bleek het een conger van ruim een meter te zijn, perfect voor het lichte materiaal.
De dril was echt genieten, pas na vele minuten belande hij in het schepnet, ik
was helemaal in mijn nopjes. Geert en Bart pakte er ook nog een paar, bij mij
was de koek op. Pas in de avond kon ik nog een leuke pollak vangen. De zon
zakte en de haven werd opgezocht. Job done!
Dag vijf stond in het teken van pionieren. Allereerst werd
er makreel gevangen. Geert had nog zin in roggenbrood, dus op naar de roggen
stek. Dat koste meer moeite dan gisteren, maar missie geslaagd.
De boot werd opgeruimd en koers gezet richting open zee. Een
onderwaterberg moest hopelijk wat pollak op gaan leveren, maar helaas, verder
dan een kwamen we niet.
Golven, wind en onkunde zorgde ervoor dat we deze missie af
moesten blazen, daar richten we ons volgende keer wel op.
Dan maar wat driften op gul. Dat ging al een heel stuk
beter, maar de maten waren niet om over te schrijven, ook dat hielden we dus
voor gezien. Het schommelen waren we beu, als afsluiter van deze geweldige
visvakantie besloten we te ankeren in de luwte en nog even op rog te vissen.
Maar de roggen kregen het aas niet te pakken, het was er vergeven van de
wijtingen. De stek was 12 meter diep en op de bodem lag zeker vijf meter
dik wijtingen. Daarboven zwommen tot net
onder het oppervlakte makrelen, allen met een maat van heb ik me jou daar…
De dropshothengel kwam hier weer goed van pas. Met haakje 8,
18/00 fluorcarbon en een licht dropshot loodje wist ik in een paar uurtjes
enorm veel vis te vangen, tot ik het helemaal beu was. Je kon gewoon kiezen wat
je wilde vangen. Stopte je je aas halverwege dat pakte je een dikke makreel,
liet je het naar de bodem zakken had je een wijting. Bart en Geert deden
gezellig mee met hun spinstokjes.
Geert, die als enige vis nog een mooie grote poon wilde
vangen had geluk, veel groter had hij hem niet kunnen vangen!
Bart had ook geluk, hij had nog geen doggy en wilde die
dolgraag. Of het zo moest zijn kreeg hij hem nog te pakken ook, een van de
weinige grotere vissen die middag, maar wel een erg gewilde…
Aan het einde van de middag besloot ik een “kijkje onder
water” te nemen. De Gopro werd stevig aan de lijn gemonteerd en voorzien van
een flinke strip makreel. Deze liet ik zakken naar de bodem, het resultaat was
prachtig. Een dikke wijting die om zijn as tolt om makreel te scheuren. Diverse
makrelen en wijtingen die het aas aanvielen en nog veel meer zwemmende vissen,
fantastisch!
De spreekwoordelijke handdoek werd in de ring gegooid. Onder
het genot van een koud pilsje namen we kiekjes van de omgeving en toerden we
wat rond. Om 19.30uur meerden we voor de laatste keer aan, einde van de
vakantie.
De vakantie was zonovergoten, met veel en grote vissen. De
gezelligheid was top, wat hebben we genoten!!
Martijn.