woensdag 1 juni 2016

Old-skool: op karper met de korst!





April en mei zijn de perfecte maanden om achter de karpers aan te gaan! Eind maart komen de meeste karpers weer een beetje op gang na een rustige en lamme winter. Met een lege maag foerageren ze op het gemakje wat rond om zo de ergste honger te stelpen. Helaas is er nog niet echt veel te vinden, het meeste leven onder water moet zich nog te goed doen aan het voorjaarszonnetje. Dus slakjes, mosseltjes, kreeftjes e.d. zijn er niet echt veel te vinden.
Wij spelen graag in op de voedselschaarste en bieden ze dan ook geregeld wat lekkers aan, al dan niet voorzien van een haak. Ieder voorjaar pak ik de penhengel en met wat deeg, brokken en een blikje mais vermaak ik me kostelijk, maar dit jaar liep het even anders.
Hans, onze gedreven vismaat, belde me op met de mededeling een aangename visserij te hebben op een riviertje in de buurt. Met een broodkorstje wist hij diverse mooie vissen te vangen. Uiteraard willen wij daar meer van weten en besloten eens een kijkje te gaan nemen….

Gewapend met een 2 lb karperhengel, een 5000 molentje gevuld met 22/00 nylon en een pakje haakjes maat 8 trok ik richting het veel belovende riviertje(bedankt Hans!) 2 witte broden, een net en een mat maakte de uitrusting compleet. Aan het einde van de lijn knoop ik het haakje, verder zit er niets op de lijn. Aangekomen bij het water strooi ik eerst wat korsten, kleine stukjes. Twee sneeën strooi ik over het midden, de stroom voert ze weg zodat eventuele aanwezige vissen ze zeker moeten opmerken. Toch vis ik het liefste tegen mijn eigen kantje aan, daarom strooi ik achter iedere boom die overhangt, een paar rietkragen en wat bochtjes enkele stukjes korst. Deze blijven vaak prima achter de takken hangen zodat karpers die zich onder de takken ophouden deze meestal snel opmerken.



Na het strooien van de korsten wacht ik af, ik vis bewust niet. Pas als de vissen zich melden op de korsten onderneem ik actie, maar vis dan nog lang niet. Het belangrijkste is om de vissen vertrouwen te geven in de korsten. Wie direct gaat vissen verjaagd vaak de vis, wie geduld heeft vangt ze! Wanneer de korsten bijna allemaal opgegeten zijn strooi ik nieuwe, nog steeds niet gevist. Pas dan als ze gretig de korsten een voor een naar binnen werken waag ik een poging. De korst met haak werp ik een klein stukje stroomopwaarts zodat de stroom deze richting de vis voert. Op deze manier zal hij niet schrikken. Ik gooi niet vaak in met mijn haakaas, vaak waag ik na 1,5 uur pas een poging en af en toe betrap ik me er op dat ik maar enkele pogingen heb gewaagd op een hele avond.
Wie het geduld op kan brengen niet te snel te gaan vissen heeft vaak bij de eerste poging al succes. 


Zo ook de eerste worp na jaren niet met de korst gevist te hebben. Wanneer ik op een avondje een karper spot op de korsten onder een paar takken en deze bijna een half uur heb bezig gehouden met het voeren van korsten waag ik voorzichtig een poging. De korst krijgt niet eens de kans om naar de gewenste plek te drijven. Dikke lippen sluiten zich zonder argwaan om de korst. Ik moet me beheersen om niet te slaan, dan zal ik zeker missen. Pas als de karper gezakt is en ik duidelijk een stukje van mijn lijn zie verdwijnen weet ik zeker dat de lippen gesloten zijn en de haak zal prikken. Dit duurt pakweg rond de twee a drie seconde. Met een stevige tik zet ik de haak, de hengel buigt direct diep door, een grote boeggolf bevestigd het vermoeden: karper. Na een stevige dril land ik een mooie schub, lengte en gewicht doen er niet toe, plezier en beleving des te meer.
Die avond haak ik nog twee mooie roofbleien en een bak van een winde, allemaal met een klein broodkorstje op een stevige haak 8. Vier vissen en maar 10 keer ingegooid, een mooi gemiddelde al zeg ik het zelf….

Hans gaat als een malle en vangt iedere avond meerdere karpers. De Whatsapp loopt behoorlijk vol met foto’s, ik moet weer snel terug. Een weekje later zie ik weer kans te gaan. Deze avond wist Matisse al direct bij aankomst een mooie vis uit het riet te plukken en dat zonder bij te voeren. Matisse is dan ook wat vaker bezig met deze visserij en weet ze als geen ander te besluipen en te verleiden.


Op dezelfde manier vissend weet ik twee karpers te vangen en sla er een mis. Het was wel hard werken voor deze vissen, ze bleken zeer schuw te zijn. Steeds wanneer ik een azende karper besloop merkte hij me op en verdween. Later komen ze wel weer terug wat happen naar de korsten, maar vangen is dan nog moeilijker geworden. Ik besloot dan ook maar recht langs het water bij een veel belovend plekje plaats te nemen en wachten tot de karpers op de korsten af komen. Zittend kon ik ze mooi in de gaten houden, bijvoeren en bevissen, dat werkte prima. Enkele schubs vergissen zich in de korsten. Een hele dikke blijkt wat slimmer dan de rest en verdwijnt als hij me opmerkt. Ik mag niet mopperen, een serie mooie vissen op een van de spannendste manieren van vissen doet goed. Ook het struinen van stek naar stek is gewoonweg lekker te noemen, natuur, vis en vrijheid, ik geniet er steeds weer van…..


Het roofvisseizoen is onlangs weer begonnen en daar vissen we toch ook wel graag op, het korsten zal wel wat minder gaan worden, maar daar komen andere visserijen voor in de plaats. Daar over later meer!

Martijn.