April en mei zijn de perfecte maanden om achter de karpers
aan te gaan! Eind maart komen de meeste karpers weer een beetje op gang na een
rustige en lamme winter. Met een lege maag foerageren ze op het gemakje wat
rond om zo de ergste honger te stelpen. Helaas is er nog niet echt veel te
vinden, het meeste leven onder water moet zich nog te goed doen aan het
voorjaarszonnetje. Dus slakjes, mosseltjes, kreeftjes e.d. zijn er niet echt
veel te vinden.
Wij spelen graag in op de voedselschaarste en bieden ze dan
ook geregeld wat lekkers aan, al dan niet voorzien van een haak. Ieder voorjaar
pak ik de penhengel en met wat deeg, brokken en een blikje mais vermaak ik me
kostelijk, maar dit jaar liep het even anders.
Hans, onze gedreven vismaat, belde me op met de mededeling
een aangename visserij te hebben op een riviertje in de buurt. Met een
broodkorstje wist hij diverse mooie vissen te vangen. Uiteraard willen wij daar
meer van weten en besloten eens een kijkje te gaan nemen….
Gewapend met een 2 lb karperhengel, een 5000 molentje gevuld
met 22/00 nylon en een pakje haakjes maat 8 trok ik richting het veel belovende
riviertje(bedankt Hans!) 2 witte broden, een net en een mat maakte de
uitrusting compleet. Aan het einde van de lijn knoop ik het haakje, verder zit
er niets op de lijn. Aangekomen bij het water strooi ik eerst wat korsten,
kleine stukjes. Twee sneeën strooi ik over het midden, de stroom voert ze weg
zodat eventuele aanwezige vissen ze zeker moeten opmerken. Toch vis ik het
liefste tegen mijn eigen kantje aan, daarom strooi ik achter iedere boom die
overhangt, een paar rietkragen en wat bochtjes enkele stukjes korst. Deze
blijven vaak prima achter de takken hangen zodat karpers die zich onder de
takken ophouden deze meestal snel opmerken.
Na het strooien van de korsten wacht ik af, ik vis bewust
niet. Pas als de vissen zich melden op de korsten onderneem ik actie, maar vis dan
nog lang niet. Het belangrijkste is om de vissen vertrouwen te geven in de
korsten. Wie direct gaat vissen verjaagd vaak de vis, wie geduld heeft vangt
ze! Wanneer de korsten bijna allemaal opgegeten zijn strooi ik nieuwe, nog
steeds niet gevist. Pas dan als ze gretig de korsten een voor een naar binnen
werken waag ik een poging. De korst met haak werp ik een klein stukje
stroomopwaarts zodat de stroom deze richting de vis voert. Op deze manier zal
hij niet schrikken. Ik gooi niet vaak in met mijn haakaas, vaak waag ik na 1,5
uur pas een poging en af en toe betrap ik me er op dat ik maar enkele pogingen
heb gewaagd op een hele avond.
Wie het geduld op kan brengen niet te snel te gaan vissen
heeft vaak bij de eerste poging al succes.
Zo ook de eerste worp na jaren niet
met de korst gevist te hebben. Wanneer ik op een avondje een karper spot op de
korsten onder een paar takken en deze bijna een half uur heb bezig gehouden met
het voeren van korsten waag ik voorzichtig een poging. De korst krijgt niet
eens de kans om naar de gewenste plek te drijven. Dikke lippen sluiten zich
zonder argwaan om de korst. Ik moet me beheersen om niet te slaan, dan zal ik
zeker missen. Pas als de karper gezakt is en ik duidelijk een stukje van mijn
lijn zie verdwijnen weet ik zeker dat de lippen gesloten zijn en de haak zal
prikken. Dit duurt pakweg rond de twee a drie seconde. Met een stevige tik zet
ik de haak, de hengel buigt direct diep door, een grote boeggolf bevestigd het
vermoeden: karper. Na een stevige dril land ik een mooie schub, lengte en
gewicht doen er niet toe, plezier en beleving des te meer.
Die avond haak ik nog twee mooie roofbleien en een bak van
een winde, allemaal met een klein broodkorstje op een stevige haak 8. Vier vissen
en maar 10 keer ingegooid, een mooi gemiddelde al zeg ik het zelf….
Hans gaat als een malle en vangt iedere avond meerdere
karpers. De Whatsapp loopt behoorlijk vol met foto’s, ik moet weer snel terug.
Een weekje later zie ik weer kans te gaan. Deze avond wist Matisse al direct
bij aankomst een mooie vis uit het riet te plukken en dat zonder bij te voeren.
Matisse is dan ook wat vaker bezig met deze visserij en weet ze als geen ander
te besluipen en te verleiden.
Op dezelfde manier vissend weet ik twee karpers te vangen en
sla er een mis. Het was wel hard werken voor deze vissen, ze bleken zeer schuw
te zijn. Steeds wanneer ik een azende karper besloop merkte hij me op en
verdween. Later komen ze wel weer terug wat happen naar de korsten, maar vangen
is dan nog moeilijker geworden. Ik besloot dan ook maar recht langs het water
bij een veel belovend plekje plaats te nemen en wachten tot de karpers op de
korsten af komen. Zittend kon ik ze mooi in de gaten houden, bijvoeren en
bevissen, dat werkte prima. Enkele schubs vergissen zich in de korsten. Een hele
dikke blijkt wat slimmer dan de rest en verdwijnt als hij me opmerkt. Ik mag
niet mopperen, een serie mooie vissen op een van de spannendste manieren van
vissen doet goed. Ook het struinen van stek naar stek is gewoonweg lekker te
noemen, natuur, vis en vrijheid, ik geniet er steeds weer van…..
Het roofvisseizoen is onlangs weer begonnen en daar vissen
we toch ook wel graag op, het korsten zal wel wat minder gaan worden, maar daar
komen andere visserijen voor in de plaats. Daar over later meer!
Martijn.